signaalkaarten

Een signaalkaart is een kaart waarmee een leerling een teken geeft aan de leerkracht (of aan een medeleerling) over wat hij/zij vindt van iets. Dit kan een signaal van instemming of afkeuring zijn of een signaal over hoe iets beleefd werd. De signaalkaart bevat cijfers of tekens (emoji’s) die een bepaalde beleving weergeven.

• Stel een vraag aan de klas om te weten hoe de leerlingen iets beleefd hebben. Het gaat dus niet over de leerwinst die geboekt werd, maar meer over de beleving van leerlingen.
• Aan de hand van de signaalkaart geeft de leerling zijn of haar beleving aan. Door de juiste kaart te kiezen of aan te duiden:

Signaalkaart cijfers: ① ② ③ ④ ⑤

Signaalkaart emoji’s: 😊 😐 ☹️

Om de informatie van de signaalkaarten vast te houden, neem je een foto van de klas. Gebruik de foto bij het maken van je volgende voorbereiding bijvoorbeeld om groepen in te delen.

In plaats van signaalkaarten met cijfers te gebruiken kunnen de leerlingen met het aantal vingers laten zien hoe hun waardering was.

Signaalkaarten met emoji’s kun je vervangen door de “facebookduim”: vind ik leuk/beetje leuk/niet leuk of je kunt like/dislike-bordjes maken.

Na een les waarin de leerlingen in hoekenwerk aan de slag waren, wil de leerkracht weten hoe zijn leerlingen dit beleefden. De signaalkaart die de leerlingen hebben bevat drie smileys (lachend, neutraal, verdrietig)

De leerkracht stelt de klas drie vragen:

(1) Hoe vond je de samenwerking in je groep?

(2) Wat vond je van de moeilijkheidsgraad van de opdracht?

(3) Ben je tevreden over het resultaat van je opdracht?

Deze informatie helpt de leerkracht bij het plannen van de volgende les. Als bijvoorbeeld blijkt dat sommige leerlingen helemaal niet tevreden zijn met hun resultaat, kan de leraar het groepje in kwestie persoonlijk aanspreken en de volgende les nog even tijd maken om de opdracht na te bespreken.