peer-papier

Download deze fiche

beschrijving

Met peer-papier evalueer je of de leerlingen bepaalde feiten, begrippen, of concepten onthouden of begrepen hebben. Ze verbeteren elkaars antwoorden, waardoor ze zelf ook een beter inzicht krijgen in de oplossing.

werking

  • Stel verschillende groepen van vier à vijf leerlingen samen.
  • Schrijf verschillende vragen of problemen neer op papier en zorg ervoor dat elke leerling uit een groep een vraag heeft.
  • Elke leerling geeft een antwoord op de vraag die voor hem ligt en geeft deze vraag door aan de leerling die rechts van hem zit. De leerlingen geven nieuwe antwoorden op de andere vraag die ze kregen en geven feedback op de antwoorden die andere leerlingen hebben neergeschreven.
  • Als de leerlingen er zonder hulp niet komen, gebruiken ze een verbetersleutel. 

tips

  • Kies of je zelf vragen maakt of deze door de leerlingen laat opstellen. Dat kan gaan over moeilijkheden waar ze na een bepaalde lesonderdeel nog vragen hebben.
  • Voorzie voldoende tijd zodat de leerlingen de antwoorden op hun vragen kunnen lezen en verduidelijking kunnen vragen aan de medeleerlingen indien nodig.
  • Moedig de leerlingen aan naast het correcte antwoord ook spelfouten en/of grammatica te verbeteren.
  • Vermijd kopieergedrag door het antwoord weg te vouwen/te bedekken en pas op het einde antwoorden te vergelijken.

Mogelijke variaties in organisatie:

  • Kies voor een informele opstelling: de leerlingen wandelen rond in het lokaal en reageren op de vragen en problemen van hun keuze.
  • Kies voor een formele opstelling: de leerlingen zitten in groepen en doorlopen systematisch alle vragen.
  • Kies voor de placematmethode: de vraag staat in de binnenste rechthoek. Vier leerlingen noteren hun antwoord aan hun zijde van het blad.
    afbeelding van placemat

voorbeelden

Oefening als herhaling van de tijden:

  • Selecteer evenveel korte kranten-artikels (één alinea) in de doeltaal als er leerlingen in een groepje zitten.
  • Laat uit elk artikel een of meerdere werkwoorden weg. Kies vormen die voor discussie vatbaar zijn. Geef eventueel wel de infinitieven.
  • Elke leerling vult zijn/haar artikel aan met één of meerdere mogelijke vervoegde werkwoorden per ‘gat’ en noteert waarom hij/zij denkt dat die vorm(en) in de tekst pas(t)(sen).
  • Elke leerling geeft zijn/haar artikel door en krijgt een nieuw artikel van een medeleerling voor zich waarop hij/zij feedback kan geven.

voorbeeld peer papier Engels 6 aso (MT)