handsignalen
beschrijving
Bij handsignalen vraag je aan je leerlingen om het niveau van begrip aan te duiden met behulp van hun vingers.
werking
Er zijn verschillende manieren om gebruik te maken van handsignalen:
- High five:
Vraag aan je leerlingen om aan te tonen in hoeverre ze een bepaald lesonderdeel begrijpen door hun vingers omhoog te steken. Gebruik hierbij een schaal van één tot vijf (5 = ik begrijp het en kan het uitleggen; 4 = ik begrijp het maar kan het niet uitleggen; 3 = ik begin het te begrijpen maar wil graag nog wat meer oefeningen maken; 2 = ik begin het te begrijpen maar heb meer uitleg nodig; 1 = ik ben de draad kwijt).
- Duim omhoog/duim omlaag:
De leerlingen duiden met hun duim hun kennis van bepaalde concepten aan. Duim omhoog = ik weet er veel van; duim omlaag = ik weet er weinig van; duim tussenin = ik weet er een beetje van.
tips
- Om voldoende veiligheid te creëren kun je in het begin vragen aan de leerlingen om hun handsignaal uit te beelden op hun borst. Op die manier kunnen de leerlingen minder snel zien wie de leerstof wel of niet heeft begrepen.
- Observeer als leerkracht heel goed welke leerlingen twijfelen bij het uitbeelden van hun handsignaal. Vraag eventueel persoonlijk waarom leerlingen van mening zijn veranderd.
- Om na te gaan in hoeverre de leerlingen zichzelf goed ingeschat hebben kun je vragen aan een leerling die aangaf een concept goed te begrijpen het begrip nog eens uit te leggen voor de volledige klas of aan een leerling die moeite had met dit concept.
- Noteer achteraf welke leerlingen aangaven een oefening goed of minder goed te kunnen.