wisbord

Download deze fiche

beschrijving

Een wisbord is een geplastificeerd blad papier waarop leerlingen met een stift hun antwoord op een vraag kunnen noteren. Nadien kan het weer afgeveegd worden.

werking

  • Stel een vraag aan de klas; dit kan zowel een korte denkvraag zijn als een complexere vraag waarbij leerlingen iets moeten doen (lezen, opzoeken, vertalen,…) om te kunnen antwoorden.
  • Elke leerling vult zijn persoonlijk antwoord in op het wisbord.
  • In een volgende fase bouw je voort op de antwoorden die gegeven werden. Dit kan zijn door:
    • de leerlingen hun antwoorden met elkaar te laten vergelijken (in duo, per drie, per vier).
    • een modelantwoord te tonen of uit te leggen en de leerlingen hun eigen antwoord daarmee te laten vergelijken.
    • expliciet te vragen waarom een leerling voor een bepaald antwoord heeft gekozen. Op die manier krijg je een beter zicht op het denkproces van de leerlingen.

tips

  • Maak een geplastificeerde versie van een blad met een rode kant en een groene kant als wisbord. Zo kunnen de leerlingen na het verbeteren aangeven of ze de vraag juist of fout hadden beantwoord door de groene of rode kant in de lucht te steken.
  • Bij korte oefeningen kun je vragen aan leerlingen om hun antwoord in de lucht te steken zodat je kunt zien wie de oefening juist of fout heeft.
  • Zorg voor voldoende whiteboard-stiften en wisdoekjes zodat leerlingen hun antwoord vlot kunnen afgeven zonder kleren vuil te maken.
  • Combineer het maken van wisbordjes met andere opdrachten of instrumenten die moeten geplastificeerd worden om jezelf werk te besparen. Bijvoorbeeld een signaalkaart (goed: groen/rood: fout) kan tegelijk een wisbordje worden.

voorbeelden

  • De leerkracht gaf les over het ‘accord du participe passé’. Nadien projecteert hij/zij 5 oefeningen. De leerlingen lossen deze op en schrijven hun antwoorden neer op een wisbord. Nadien vergelijken ze hun antwoorden met elkaar en overleggen ze over wat er verkeerd was. Tot slot projecteert de leerkracht de juiste antwoorden. De leerlingen die minder dan vier antwoorden juist hebben krijgen opnieuw uitleg over de (basis)theorie. De overige leerlingen krijgen nu moeilijkere oefeningen.

Variant: de oefeningen worden stuk per stuk getoond, de leerlingen schrijven per oefening antwoorden neer, wisselen uit, en wissen het antwoord uit.

  • De leerkracht Nederlands wil nagaan hoeveel de leerlingen nog weten over een goede tekstopbouw. Hij/zij geeft de leerlingen per twee een in genummerde stukken verknipte tekst over een onderwerp naar keuze. In overleg moeten de leerlingen de stukken tekst in de juiste volgorde leggen. Na enkele minuten worden de resultaten klassikaal besproken. Per tweetal hebben de leerlingen een wisbord. Wanneer de leerkracht vraagt: “Wat is de eerste alinea van de tekst?” schrijven de leerlingen het nummer op en steken ze het wisbord omhoog. Dit proces wordt herhaald tot alle alinea’s van de tekst aan bod gekomen zijn.

voorbeeld wisbord Frans 4 tso

voorbeeld wisbord Frans 1 A-stroom

voorbeeld wisbord gekoppeld aan begintaak Frans 1 A-stroom