verlengde instructie

Download deze fiche

beschrijving

Verlengde instructie is een strategie die tijdens de les zelf wordt uitgevoerd en die een aanvullende instructie biedt voor de leerlingen die daar nood aan hebben. Bij verlengde instructie neem je de leerlingen apart om instructie op maat te bieden in een ‘miniklas’. 

werking

  • Geef een basisinstructie als opstart voor alle leerlingen. Maak deze opdracht zichtbaar in de klas (digitaal, op het bord, op een instructiefiche,…).
  • Na de basisinstructie geef je de leerlingen de kans om extra uitleg te krijgen. Welke leerlingen deelnemen aan de verlengde instructie, kies je als leerkracht op basis van eerdere observaties. Laat de leerlingen die daartoe in staat zijn, de keuze om al dan niet deel te nemen aan de miniklas. 
  • De andere leerlingen werken op dit moment zelfstandig aan opdrachten.
  • Mogelijke klasopstelling hiervoor:
    klasopstelling-verlengde-instructie

 

tips

  • Bekijk welke oefeningen uit het leerwerkboek je kan gebruiken. Je hoeft zeker niet altijd nieuwe oefeningen te gebruiken.
  • Zorg voor verbetersleutels, zodat leerlingen zelf kunnen verbeteren.
  • Maak goede afspraken over hoe de leerlingen zelfstandig kunnen werken, zodat je als leerkracht zelf in de miniklas kunt gaan zitten en je even niet bezig hoeft te zijn met de rest van je klas. Je kunt hierbij gebruik maken van het principe ‘brain, book, buddy, boss’Klasmanagement is hier erg belangrijk.

Zie ook: Smets W. (2017), Slim differentiëren, praktijkboek binnenklasdifferentiatie voor leerkrachten, De Boeck: Antwerpen.

voorbeelden

Voor Frans:
Na een klassikale instructie over de passé composé gaat een aantal leerlingen in de klas zelfstandig aan de slag met oefeningen. Sommige leerlingen maken gebruik van het aanbod van de leerkracht om aan de extra-instructietafel onder begeleiding de eerste oefeningen te maken.

Voor Engels:
De leerlingen starten met oefening 1 uit het boek. De 10 zinnen van oefening 1 worden klassikaal verbeterd. Hun resultaat daarop bepaalt het verder verloop van de les:

  • Leerlingen met vijf of meer fouten sluiten verplicht aan in de miniklas. Na de verlengde instructie maken ze oefening 2 in groep met de leerkracht. Daarna werken ze aan oefening 3 en 4.
  • Leerlingen met tussen de drie en vijf fouten kiezen voor de miniklas of voor oefening 2, 3 en 4 die ze telkens met een verbetersleutel verbeteren.
  • Leerlingen met één of twee fouten maken oefeningen 2, 3 en 4 die ze telkens met een verbetersleutel verbeteren.
  • Leerlingen die geen fouten maakten, maken oefening 4 en 5 die iets moeilijker zijn, en verbeteren die met een verbetersleutel. Daarna stellen ze een toets op gemaakt kan worden door de andere leerlingen op het einde van de les of als huistaak.